Een eveneens 37-jarige collega raakte door deze schietpartij zwaargewond. Volgens de officier van justitie heeft A. gehandeld uit wraak, omdat hij eerder uit de discotheek was gezet.
A. werd in de vroege ochtend van 3 november door portiers van The Matrixx uit de disco verwijderd, aangezien hij moeilijkheden veroorzaakte in de hal. Onder invloed van cocaïne en alcohol belde hij daarop zijn vriendin, de 26-jarige B.B. en vroeg haar of zij hem het pistool van een vriend kon leveren. Met dat wapen kwam hij later terug en schoot vervolgens op de portiers.
Volgens getuigen schoot hij gericht en doelbewust. A. vuurde vijfmaal. Van den Acker overleed in de hal van de disco aan zijn verwondingen. A. erkent dat hij heeft geschoten, maar zegt dat hij in een opwelling heeft gehandeld. Ook heeft hij geen verklaring voor zijn daad.
Volgens de officier zijn er bewijzen te over dat hij doelbewust en uit wraak heeft gehandeld. Zo zou hij, nadat hij uit de disco was gezet, tegen omstanders hebben gezegd dat hij zou terugkomen. 'Ik schiet jullie kapot', zou hij tegen de portiers hebben geroepen.
Een uur later kwam hij terug met een pistool dat hij bij het opengaan van de deuren vrijwel leegschoot op de portiers. Na zijn daad sloeg hij op de vlucht en werd pas enkele dagen later aangehouden.
Deskundigen van het Pieter Baan Centrum (PBC) in Utrecht achten A. enigszins verminderd toerekeningsvatbaar. Zij omschrijven hem als een conflictvermijdend persoon die pas tot een uitbarsting komt als hij wordt gekrenkt.
Tegen A's vriendin B. eiste de officier een celstraf van twee jaar, waarvan acht maanden voorwaardelijk. Tegen een vriend, de 22-jarige S.V. eiste hij een celstraf van drie jaar, waarvan een half jaar voorwaardelijk. De schutter zou hen die bewuste nacht hebben verzocht hem een vuurwapen te leveren omdat hij problemen had in The Matrixx. V. stopte daarop het wapen in de tas van de vriendin. Zij overhandigde dat later aan A.
De vrouw ontkent echter iedere betrokkenheid. V. zou het wapen heimelijk in haar tas hebben gestopt en A. zou haar een rotstreek hebben geleverd door haar bij deze zaak te gebruiken. Uitspraak 15 oktober.
Een eveneens 37-jarige collega raakte door deze schietpartij zwaargewond. Volgens de officier van justitie heeft A. gehandeld uit wraak, omdat hij eerder uit de discotheek was gezet.
A. werd in de vroege ochtend van 3 november door portiers van The Matrixx uit de disco verwijderd, aangezien hij moeilijkheden veroorzaakte in de hal. Onder invloed van cocaïne en alcohol belde hij daarop zijn vriendin, de 26-jarige B.B. en vroeg haar of zij hem het pistool van een vriend kon leveren. Met dat wapen kwam hij later terug en schoot vervolgens op de portiers.
Volgens getuigen schoot hij gericht en doelbewust. A. vuurde vijfmaal. Van den Acker overleed in de hal van de disco aan zijn verwondingen. A. erkent dat hij heeft geschoten, maar zegt dat hij in een opwelling heeft gehandeld. Ook heeft hij geen verklaring voor zijn daad.
Volgens de officier zijn er bewijzen te over dat hij doelbewust en uit wraak heeft gehandeld. Zo zou hij, nadat hij uit de disco was gezet, tegen omstanders hebben gezegd dat hij zou terugkomen. 'Ik schiet jullie kapot', zou hij tegen de portiers hebben geroepen.
Een uur later kwam hij terug met een pistool dat hij bij het opengaan van de deuren vrijwel leegschoot op de portiers. Na zijn daad sloeg hij op de vlucht en werd pas enkele dagen later aangehouden.
Deskundigen van het Pieter Baan Centrum (PBC) in Utrecht achten A. enigszins verminderd toerekeningsvatbaar. Zij omschrijven hem als een conflictvermijdend persoon die pas tot een uitbarsting komt als hij wordt gekrenkt.
Tegen A's vriendin B. eiste de officier een celstraf van twee jaar, waarvan acht maanden voorwaardelijk. Tegen een vriend, de 22-jarige S.V. eiste hij een celstraf van drie jaar, waarvan een half jaar voorwaardelijk. De schutter zou hen die bewuste nacht hebben verzocht hem een vuurwapen te leveren omdat hij problemen had in The Matrixx. V. stopte daarop het wapen in de tas van de vriendin. Zij overhandigde dat later aan A.
De vrouw ontkent echter iedere betrokkenheid. V. zou het wapen heimelijk in haar tas hebben gestopt en A. zou haar een rotstreek hebben geleverd door haar bij deze zaak te gebruiken. Uitspraak 15 oktober.
