Tijdens de eerste lockdown was het saamhorigheidsgevoel nog groot. We dachten dat we met z’n allen het virus er in een paar weken wel onder zouden krijgen. Maar dat liep anders. Als eind september de meeste mensen gewend zijn aan de coronamaatregelen, moet de horeca ’s avonds eerder sluiten. De horeca weet dan al lang dat deze maatregelen het virus niet gaan stoppen. Uit cijfers blijkt dat bijna 60 procent van de mensen die het coronavirus oplopen, aangestoken wordt in de thuissituatie. Slechts 5 procent komt uit de horeca.

Half oktober moeten cafés en restaurants helemaal dicht. Winkels, scholen, bouwmarkten en woonboulevards blijven gewoon open. Het kabinet denkt met deze lockdown light hetzelfde effect te bereiken als met de eerste lockdown. Waar dat op gebaseerd is, weet niemand. De maatregelen worden niet goed onderbouwd en zijn niet uit te leggen. Niemand snapt waarom het ene wel mag en het andere niet. Zolang mensen elkaar blijven opzoeken in privésituaties en scholen en winkels openblijven, zal het virus zich verspreiden.

Begin november wordt duidelijk dat de horeca voor onbepaalde tijd dicht blijft. Pretparken, musea en bioscopen mogen weer open, beurzen en congressen zijn weer toegestaan. Van een saamhorigheidsgevoel is al lang geen sprake meer. Ondertussen blijft het aantal besmettingen gewoon stijgen. Het kabinet komt nu dus met strengere maatregelen. Die gaan wel werken, want we doen het weer samen.

We zitten allemaal weer in hetzelfde schuitje te hopen dat we niet zinken. We sluiten samen in lockdown het jaar af. Een jaar waar je nooit meer aan herinnerd wilt worden, maar dat je nooit meer zult vergeten. We zetten het liefst zo snel mogelijk een dikke vette streep onder 2020 en op naar 2021, het jaar dat alles weer normaal wordt.

Marjon Prummel is hoofdredacteur van Misset Horeca.