Het Openbaar Ministerie (OM) in Haarlem verdenkt café-eigenaar J. Veerman, zijn dochter en een bedrijfsleider van het etablissement van het medeplegen van brand door schuld met de dood tot gevolg en het medeplegen van dood door schuld. De situatie in het café aan de Volendamse haven was ten tijde van de brand (nieuwjaarsnacht 2001) onveilig door volop aanwezige, niet geïmpregneerde en dus uiterst brandbare kerstversiering en gebrekkige brandveiligheidsvoorzieningen, zo hebben eerdere onderzoeken uitgewezen. Bovendien was het café stampvol toen de brand, die veertien jongeren het leven kostte, uitbrak. Het is nog niet duidelijk of de wisseling van advocaten tot vertraging van de strafzaak tegen Veerman en de twee andere verdachten zal leiden. Als het aan het OM ligt niet.
Persofficier van justitie J. Hartjes: 'Voor ons is een advocatenwisseling niet zo interessant. Formeel weten wij nog van niets. Het gerechtelijk vooronderzoek loopt nog. Het tempo daarin is tot dusver bepaald door de verdediging, die nogal wat noten op haar zang heeft gehad.' Wanneer de zaak uiteindelijk voor de rechter komt, hangt volgens Hartjes volledig af van het verdere verloop van dat gerechtelijk vooronderzoek, dat sinds mei 2001 loopt. De nieuwe advocaten hebben zich in dat kader nog niet inhoudelijk over de zaak uitgelaten. Zij hebben de dossiers nog niet in hun bezit. Hartjes wijst erop dat het OM pas na afsluiting van het vooronderzoek een definitieve vervolgingsbeslissing zal nemen. F. Schneider was tot de wisseling advocaat van Veerman en zijn dochter. J. Sjöcrona voerde de verdediging voor de bedrijfsleider.
