De rechtbank vond eerder dat poker draait om behendigheid en dat er dus geen vergunning nodig is. Volgens het hof speelt toeval, namelijk het uitdelen van de kaarten, een rol bij winst of verlies. Hoe behendig de pokeraars ook zijn, op dat toeval hebben ze geen invloed. Dat maakt van poker een kansspel.
De organisatoren van de pokertoernooien kregen een voorwaardelijke boete van 1250 euro elk. De derde man, de eigenaar van het café waar de toernooien werden gehouden, is medeplichtig en moet daarom voorwaardelijk 500 euro betalen. Daarbij is rekening gehouden met de lange duur, de zaak is al bijna tien jaar oud.
De Hoge Raad had in 1998 bepaald dat pokeren een kansspel is. De raad sprak zich uit over een zaak rond een toernooi uit 1995. Maar kenners zeiden jaren geleden al dat het spel zich ontwikkeld heeft en dat het veel verfijnder is geworden. Daardoor zou poker niet langer een kansspel zijn. In 2010 noemde de rechtbank in Den Haag poker een behendigheidsspel en in 2014 deed de rechtbank in Amsterdam dat ook, maar dat laatste vonnis is nu dus teruggedraaid.