'We voerden dit onderzoek naar inkomensverlies door coronacrisis uit om de financiële situatie van de flexwerkers aan te kaarten nu er nog geen steunregeling bekend is voor de zomermaanden, terwijl dit juist het seizoen waarin flexwerkers normaal gesproken het meeste verdienen’, zegt L1nda.
Nauwelijks een spaarbuffer
De onderzochte groep betreft vooral jongeren die aan het begin staan van hun carrière of bijwerken om hun studie te bekostigen. Zij hebben nog nauwelijks een spaarbuffer opgebouwd. Gemiddeld hadden zij 2500 euro op hun spaarrekening en meer dan de helft van hen (52 procent) heeft dit spaargeld moeten aanspreken om in hun levensonderhoud te voorzien. Ruim een derde (35 procent) van de ondervraagden had zelfs geen spaargeld om aan te kunnen aanspreken.
Bijna 14 procent moest geld lenen
Slechts 20 procent van de ondervraagde flexwerkers heeft een compensatie ontvangen van de overheid, al geven ze erbij aan dat dit veel minder is dan ze normaal verdienen. 64 procent heeft helemaal niets van de overheid ontvangen. Zij geven aan dringend behoefte te hebben aan een tegemoetkoming als bijdrage in de kosten van hun levensonderhoud. Bijna 14 procent moest geld lenen om in hun levensonderhoud te voorzien.
Tofa-regeling in de maak
Het UWV werkt momenteel aan een voorstel om flexwerkers die door de pandemie geconfronteerd werden met een substantieel inkomensverlies, vanaf 22 juni te helpen met de Tijdelijke Overbruggingsregeling voor Flexibele Arbeidskrachten, de TOFA-regeling.
Flexwerkers die in februari bruto meer dan 400 euro (het drempelbedrag) hebben verdiend en in april minder dan de helft, komen in aanmerking voor een eenmalige bruto tegemoetkoming van 550 euro per maand voor de maanden maart, april en mei. Mensen kunnen hiervoor alleen in aanmerking komen als ze voor die maanden geen uitkering hebben ontvangen.
Oplossing voor inkomensverlies door coronacrisis
‘Voor flexwerkers en studenten in het bijzonder is dit natuurlijk een welkome aanvulling. Echter, wees niet te snel blij’, waarschuwt L1inda. ‘Ook de komende maanden zijn en blijven spannend voor flexwerkers in de horeca. Men verwacht voor de rest van dit jaar en misschien zelfs langer een economische crisis die ook de horeca zal raken. De werkloosheid zal oplopen. De vraag is of er straks wél voldoende werk is. De Tofa-compensatieregeling zal niet voldoende zijn om ook deze klap op te vangen.’
Ceo Wim Jansen van L1inda roept belangenorganisaties en de overheid dan ook op om meer initiatieven op te zetten en om flexwerkers meer ademruimte te geven en oplossingen te vinden voor het probleem van inkomensverlies door coronacrisis. Zelf doet het bedrijf een kleine duit in het zakje: ‘onze flexwerkers kunnen voortaan aan het einde van de werkdag direct tot 40 procent van hun verdiende geld opnemen om zo meer financiële flexibiliteit te hebben in deze zware tijden.'
