In de eerste drie kwartalen van 2015 bleef de omzet van traditionele cafés 7 procent achter bij topjaar 2007. Caféondernemers wisten in de eerste negen maanden van 2015 een kwart minder bier en andere consumpties te verkopen.
Ook restaurants doen het nog iets minder goed dan voor de crisis. Bij deze groep lag de omzet 4 procent lager dan in het topjaar. Hotels deden het de eerste negen maanden van afgelopen jaar wél beter.
Koffiebarren en hotellobby’s
Cafés voerden volgens het CBS de sterkste prijsstijgingen door. In cafés betalen bezoekers gemiddeld een kwart meer voor bier, wijn en andere consumpties in vergelijking met acht jaar eerder. De sterk gestegen pilsprijs in diezelfde periode kan daarvoor een verklaring zijn.
Ook is de verschoven vraag van consumenten een verklaring. Gasten zoeken meer gespecialiseerde horecabedrijven als foodhallen en koffiezaken, wat ten koste gaat van traditionele cafés. Vooral de stormachtige opkomst van koffiebarren en goede hotellobby’s de voorbije jaren draagt bij aan minder cafébezoeken. Waar oudere generaties naar een café gaan om elkaar te ontmoeten, doen jongere generaties dat meer in die hotels en koffiebarren.
Flevoland
In vergelijking met 2008 is het aantal cafés in Nederland 13 procent gedaald tot 11.000. In Groningen, Drenthe en Limburg sloot in die periode één op de vijf zaken de deuren, waarmee die provincies de ranglijst aanvoerden. Flevoland was de enige provincie waar het aantal cafés toenam.
Ondanks de stevige daling heeft Limburg per hoofd van de bevolking nog altijd de meeste cafés. Per 10.000 inwoners zijn er in de zuidelijkste provincie elf cafés te vinden. Inwoners van Flevoland zijn met 3 kroegen op 10.000 mensen het minst rijk bedeeld.