Rechtbank houdt zaak moord discotheekhouder aan

Rechtbank houdt zaak moord discotheekhouder aan

De rechtbank in Roermond heeft donderdag de rechtszaak rond de moord op de 40-jarige discotheekhouder Daan van Es uit Nederweert voor drie maanden aangehouden. Dit omdat het Openbaar Ministerie (OM) nog niet alle onderzoeken rond heeft en nog enkele getuigen moet horen.

Van Es werd op carnavalsmaandag tijdens een roofoverval in zijn woning doodgeschoten. Maar Van Es had daarbij zelf ook een van de overvallers met een schot geraakt. Deze verdachte werd door een mededader afgeleverd bij het Maxima Medisch Centrum in Veldhoven, waar operatief een kogel uit zijn lichaam werd verwijderd. Deze kogel is volgens het OM afkomstig uit het pistool van Van Es.

De verdachte, de 41-jarige Antonius P. uit Waalre, ontkende donderdag in alle toonaarden en zei zelf slachtoffer te zijn geweest van een schietpartij. Advocaat P. van de Laar van de verdachte zei dat zijn cliënt helaas zijn geheugen kwijt is en niet weet waar hij was op die carnavalsmaandag. Hij zou alleen weten dat hij door onbekenden is neergeschoten, en dat hij bijkwam in het Penitentiair Ziekenhuis in Den Haag.

Officier van justitie L. Ummels zei dat de verdachte nergens aan meewerkt en ook geen poging doet om de omstandigheden waaronder hij werd neergeschoten, te beschrijven. Desgevraagd zei P. aan rechter Mieke van Baal, dat hij overal aan wil meewerken. ,,Ze mogen alles van me hebben, mijn DNA, mijn haren, ik heb met deze moord niets te maken. Ik wil terug naar mijn vrouw en kinderen, ik ben zelf slachtoffer.'' De verdachte zei verder Van Es niet te kennen en nog nooit in Nederweert te zijn geweest.

Van de Laar wees er op, dat de recherche op de plek waar Van Es werd vermoord, geen bloed of vingerafdrukken of andere sporen van P. heeft aangetroffen. Maar Ummels bracht daar tegen in, dat de ballistische kenmerken van de kogel die uit het lichaam van P. werd gehaald, bewijzen dat die uit het pistool van Van Es kwam. P. was dus bij die moord aanwezig, aldus Ummels.

De rechtbank verwierp een verzoek van de advocaat om P. onmiddellijk in vrijheid te stellen.