CPB: horecapersoneel meest getroffen door inkomstenterugval

CPB: horecapersoneel meest getroffen door inkomstenterugval

Door de uitbraak van de coronacrisis kreeg met name horecapersoneel in 2020 te maken met een forse inkomensterugval dan een jaar eerder.

Volgens het Centraal Planbureau (CPB) waren er 130.000 meer werknemers dan in 2019 bij wie het arbeidsinkomen minstens 10 procent daalde. Vooral flexibele arbeidskrachten en zelfstandigen ging er fors op achteruit, omdat zij toen de eerste lockdown werd ingesteld en er veel onzekerheid was minder uren konden draaien. Horecapersoneel is uiteindelijk het zwaarst getroffen.

horecapersoneel Terrassen weer open op het Vrijthof in Maastricht. Foto: Marcel van Hoorn.

Grootste klap horecapersoneel in 2020

Een en ander staat in een nieuw rapport van het CBP, een belangrijke adviseur van het kabinet. Eerder onderzoek wees al uit dat bepaalde groepen zwaarder waren getroffen door de coronacrisis. Maar de onderzoekers van het CPB zeggen een nog beter beeld te hebben gekregen door gebruik van geanonimiseerde maandelijkse salarisdata.

De grootste klap viel in de eerste helft van 2020, zeggen ze. Daarna volgde een relatief snel herstel in de tweede helft van het jaar, wat erger heeft voorkomen. Bijna de helft van de mensen die de eerste maanden van de crisis hun baan verloren, had aan het einde van het jaar weer inkomen uit een baan. Wat verder aan het licht kwam is dat de werknemers die veel inkomen verloren, vaak kleine financiële buffers hadden. De helft van de werknemers met relatief veel verlies van arbeidsinkomen had minder dan 10.000 euro achter de hand.

Volgens het CPB onderstrepen de resultaten van de studie het belang van structurele hervormingen op de arbeidsmarkt. Wat daarbij vooral belangrijk zou zijn, is het verkleinen van het onderscheid tussen vast en flexibel werk. Ook het tegengaan van schijnzelfstandigheid zou kunnen helpen, aldus de onderzoekers.