Prinsjesdag 2022: Ondernemerslasten stijgen

Prinsjesdag 2022: Ondernemerslasten stijgen

Om de koopkracht van burgers te verbeteren maakte het kabinet op Prinsjesdag onder andere bekend dat het minimumloon per 1 januari 10 procent omhoog gaat. Ook komt er een prijsplafond voor gas en elektriciteit tot eind 2023. Veel ondernemers zien hun kosten echter verder stijgen.

Op dit moment is er voor ondernemers -zeker de kleinere- geen reële lastenverlichting of compensatie.

De verhoging van het minimumloon is niet de enige lastenverzwaring voor ondernemers. Zo wordt in de VPB (winstbelasting) voor kleinere bv’s de eerste schijf VPB korter en tegelijk wordt het tarief over die eerste schijf hoger. Het tarief aanmerkelijk belang van box 2 wordt ook hoger. De leningen van de bv aan de directeur-grootaandeelhouder (DGA) worden boven de 7 ton belast in box 2. Het gebruikelijk loon voor de DGA mag minder worden verlaagd. Voor de ondernemer zonder bv en de zzp’er wordt de zelfstandigenaftrek verder verlaagd.'

Voor werkgevers betekent dit veel meer verhoging dan puur op grond van de zogeheten minimumloonsom mag worden verwacht', aldus adviesbureau Mercer. De SER en brancheorganisaties waaronder KHN adviseerden eerder om de sterk stijgende werkgeverslasten deels te compenseren, maar hier is vooralsnog geen sprake van.

Verhoging minimumloon werkt door

Het kabinetsplan om het minimumloon per 1 januari met zo'n 10 procent te verhogen kost werkgevers en de overheid minstens 11,2 miljard euro. Dat heeft adviesbureau Mercer uitgerekend. Dat is veel meer geld dan puur op grond van de zogeheten minimumloonsom mag worden verwacht.

Volgens de organisatie bestaat het bedrag zowel uit extra loonkosten als uit een bijkomende stijging van verzekeringspremies. Een verhoging van het minimumloon heeft daarbij waarschijnlijk voor meer salarissen gevolgen dan alleen de allerlaagste. Organisaties waarbij het start- of instroomsalaris gelijk is aan het minimumloon, zullen volgens Mercer ook de schalen daarboven moeten aanpassen.

'Je wordt er als werkgever min of meer toe gedwongen, zelfs als het minimumloon bij jou helemaal niet aan de orde is en je beleidsmatig geen directe koppeling hebt tussen inflatie en loonsverhoging', zegt deskundige Bart Brenninkmeijer van Mercer Nederland. 'Want overal zullen de salarissen gaan stijgen. Doe je als werkgever niets, dan loop je het risico dat medewerkers uiteindelijk vertrekken.'

De rekenmeesters van Mercer stellen dat de kosten van de verhoging van het minimumloon minstens neerkomen op 7,4 miljard euro. Zo'n 70 procent daarvan zou voor rekening komen van de AOW-uitkeringen die ook met 10 procent stijgen. De AOW is namelijk gekoppeld aan het minimumloon. Miljoenen gepensioneerden merken de maatregel dus ook direct in hun portemonnee.

Maximum premieloongrens ook omhoog

Daarnaast gaat Mercer uit van mogelijk zo'n 3,8 miljard euro aan kosten voor werkgevers voor de verzekeringspremies die zij betalen voor ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid, en voor ziektewetuitkeringen. Bedrijven zullen volgens Mercer ook voor mensen die veel meer verdienen dan het minimumloon, meer premie betalen omdat de maximum premieloongrens eveneens omhoog gaat.

Deels compensatie

De opbrengst van de lastenverzwaringen wordt deels teruggesluisd in structurele maatregelen waar het midden- en kleinbedrijf (mkb) van profiteert. Het kabinet trekt daar deze kabinetsperiode 500 miljoen euro per jaar voor uit; vanaf 2028 is dit 600 miljoen euro structureel. In dit pakket voor het mkb worden werkgeverslasten een klein beetje verlaagd. Ook komen er extra investeringsaftrekmogelijkheden, zodat bedrijven kunnen verduurzamen en hun energieverbruik kunnen verminderen.

Tijdelijk prijsplafond voor energieverbruik

Het kabinet heeft op Prinsjesdag een prijsplafond voor gas en elektriciteit tot eind 2023 afgekondigd. Het plafond komt te liggen bij een verbruik voor gas tot 1200 m3 en voor elektriciteit tot 2400kWh per jaar. Boven deze grens blijft de marktprijs van toepassing, waardoor de prikkel tot energiebesparing boven de grens blijft. De maatregel gaat gelden vanaf 1 januari 2023, maar in de praktijk gaat de energierekening al op 1 november omlaag (de termijnbedragen worden vanaf november dit jaar al verlaagd). De precieze vormgeving van het tijdelijke prijsplafond wordt momenteel verder uitgewerkt met de energiesector.

Energieplafond ook voor bedrijven

Deze plafondmaatregel geldt voor iedereen in Nederland, dus ook voor bedrijven. Voor veel horecaondernemers is dit echter een druppel op een gloeiende plaat. Het kabinet onderkent de moeilijke situatie waar energie-intensieve ondernemers zich in bevinden. De mogelijkheden voor een specifieke subsidieregeling voor energie-intensieve bedrijven worden nog onderzocht.