Twee jaar na brand opent Rotterzwam nieuwe kwekerij

Twee jaar na brand opent Rotterzwam nieuwe kwekerij

Precies twee jaar en een dag na de desastreuze brand in BlueCity, opent Rotterzwam op 24 mei 2019 zijn nieuwe oesterzwammenkwekerij. In de nieuwe kwekerij zal iedere maand 7.000 kilo koffiedik worden gebruikt voor oesterzwammen die worden verwerkt in burgers voor onder meer de horeca.

Met een crowdfunding haalde het circulaire bedrijf vorig jaar bijna400.000 euro op. Wethouder Arno Bonte van duurzaamheid opent de kwekerij.

De kwekerij, aan de Schiemond in Rotterdam-West, bestaat uit oude containers die omgebouwd zijn tot kweekunits. Het concept is modulair, mobiel en schaalbaar.

Stedelijke omgeving

In de kweekunits zit een modulair en duurzaam klimaatsysteem, dat volledig geoptimaliseerd is voor de kweek van paddenstoelen. Deze units, die speciaal geschikt zijn voor een stedelijke omgeving, zijn een plek waar lokale reststromen omgezet kunnen worden in voedsel.

CO2-negatief

Op het dak van de kwekerij liggen 152 zonnepanelen die naar verwachting in de volledige energiebehoefte zullen voorzien. Dat betekent dat de kwekerij energieneutraal gaat worden. Siemen Cox: ‘Het uitgewerkte substraat dat overblijft na het groeiproces van de oesterzwammen, brengen wij weer terug in de bodem. Daardoor verwachten wij binnen nu en twee jaar ook CO2-negatief te zijn.’ De organisatie fixeert dan meer CO2 in de bodem dan dat het totale bedrijfsproces aan CO2 uitstoot.

De nieuwe Rotterzwam kwekerij is uniek. Dit omdat het de grootste paddenstoelenkwekerij in Europa is, die paddenstoelen kweekt op zelfgemaakt substraat van lokaal koffiedik, en daarnaast ook energieneutraal én CO2-negatief zal zijn.

Wereldwijd

Mark Slegers vertelt: ‘Het is onze droom dat in elke stad in de wereld een paddenstoelenkwekerij staat, die het vele koffiedik uit die stad omzet in oesterzwammen. Het modulaire kweekconcept is daarom ook te koop bij ons. Bij de bouw hebben we gekozen voor partners die ons ondersteunen om deze mobiele kwekerij overal ter wereld te plaatsen.’