Drie op de vier Belgen heeft friet in de top 3 staan van producten waar ze het meest trots op zijn. Dat is meer dan bier en chocolade, meldt Het Laatste Nieuws. Eén op de drie zet friet zelfs bovenaan. Dat blijkt uit een enquête van de Belgische frietfabrikant Lutosa onder duizend Belgen.
National French Fry Day
De fabrikant greep National French Fry Day op 13 juli aan om te pleiten voor een naamsverandering, omdat deze dag voor de Belgen ‘een wrange nasmaak’ heeft, zegt Lutosa. National French Fry Day is eigenlijk een Amerikaanse traditie, maar wordt ook in België en Nederland aangegrepen om friet in de schijnwerpers te zetten. Lutosa is een petitie gestart om de naam ‘French fries’ overal ter wereld te veranderen in ‘Belgian fries’.
‘De benaming ‘French fries’ is dan ook een vetvlek op het blazoen van àlle Belgen’, aldus de fabrikant op de website van de petitie. ‘En net daarom wordt het tijd dat we onze frieten claimen en ‘French fries’ omdopen tot ‘Belgian fries’. Onze frietcultuur is onze trots en het is hoog tijd dat de rest van de wereld dit ook weet!’
Belgische karakter benadrukken
Lutosa is onderdeel van Iglo Belgium, dat de naam van de frietfabrikant vanaf 2021 verandert in Belvive om het Belgische karakter van het merk te benadrukken. Lutosa is, na McCain, het bekendste frietmerk in België.
Soldaten aan het front
Hoe de term French fries precies is ontstaan, is niet helemaal duidelijk. Sommigen denken dat het te maken heeft met het oud-Engelse werkwoord ‘to french’, wat staat voor ‘in staafjes snijden’, zo schrijft Het Laatste Nieuws. Het kan ook te maken hebben met de Eerste Wereldoorlog, toen Britten en Amerikanen kennismaakten met friet aan het front in België, waar veel Frans werd gesproken. De soldaten zouden gedacht hebben dat ze zich in Frankrijk begaven.
