Conciërge Niels Essink van The Grand nieuwe president Les Clefs d'Or

Conciërge Niels Essink van The Grand nieuwe president Les Clefs d'Or
Hoofdconciërge Niels Essink (links) en general manager Emmy Stoel van Sofitel Legend The Grand in Amsterdam.

Niels Essink, de hoofdconciërge van Sofitel Legend The Grand Amsterdam, is verkozen tot de nieuwe president van De Gouden Sleutels, de Nederlandse afdeling van Les Clefs d'Or, de internationale vereniging van hotelconciërges. Hij volgt Ron Stoevelaar van Pulitzer Amsterdam op.

Niels Essink zal als voorzitter deelnemen in het bestuur van De Gouden Sleutels, zoals Les Clefs d'Or in Nederland wordt genoemd. De leden zijn gemakkelijk te herkennen aan de gekruiste gouden sleutels op de revers van hun pak en zetten zich in voor professionele ontwikkeling van de leden en de perfecte gastenservice binnen de hotels waar die leden werken.

Essink is zelf lid sinds 2013 en was al hoofd van de ballotagecommissie van de vereniging. Hij neemt nu de voorzittershamer over van Ron Stoevelaar, die sinds 2016 twee termijnen van twee jaar plus een extra jaar vanwege corona voorzitter was.

Naast Essink van The Grand als president is nog een viertal leden benoemd in het nieuwe bestuur. Stoevelaar van Pulitzer neemt de rol aan van vice-president, Eef Sparla (De L’Europe) is penningmeester, Gert Jan van Engh (Des Indes in Den Haag) secretaris en Frank Oudolf (Waldorf Astoria) is het nieuwe hoofd ballotage.

Op één na allemaal in Amsterdam

Nederland telt 43 leden, verdeeld over 31 hotels. Slechts één van die hotels ligt buiten Amsterdam: Des Indes in Den Haag. ‘In het verleden waren ook in bijvoorbeeld Rotterdam wel hotels met een conciërge’, zegt Essink. Inmiddels is Des Indes het enige hotel buiten Amsterdam wat de functie van conciërge kent. In alle hotels in Nederland die conciërges hebben, werkt minimaal één lid van Les Clefs d’Or.

De leden variëren in leeftijd van eind 20 tot begin 60, zo'n 10 procent is vrouw. Om lid te worden van De Gouden Sleutels dient een aspirant-lid door tenminste twee bestaande leden te worden voorgedragen. Daarnaast komt een conciërge pas in aanmerking voor het speldje met de gekruiste sleutels als zij of hij minimaal 5 jaar in de lobby van een hotel werkt waarvan 2 als conciërge. Vervolgens wordt het aspirant-lid door de ballotagecommissie getoetst op kennis van de stad en de servicegerichte houding.

Internationale karakter Les Clefs d'Or

Les Clefs d’Or is in 1952 opgericht in Frankrijk. Inmiddels telt de wereldwijd opererende vereniging zo'n 4000 leden in 80 landen. Het motto luidt ‘service through friendship’. ‘De vriendschap van leden onderling is belangrijk om gasten nog beter te kunnen helpen', legt Essink uit. ‘Als ik gasten in Amsterdam ontvang, en ik hoor dat ze vervolgens doorvliegen naar een hotel in Kaapstad waar ook een lid werkt, kan ik die conciërge vervolgens contacteren en vast vertellen waar die gasten van houden of naar op zoek zijn. En dan laat ik een boodschap uit mijn naam op de kamer leggen.’

Om dat internationale netwerk op te bouwen en warm te houden, wordt normaliter eens per jaar een wereldwijde conferentieweek gehouden. Daar komen volgens Essink meestal zo'n 700 tot 1000 leden op af.

Jonge mensen enthousiasmeren

Als voorzitter wil Essink zich vooral inzetten jonge mensen te enthousiasmeren voor het vak. ‘We geven al een paar jaar gastlessen bij Hotelschool Den Haag en Stenden in Leeuwarden, maar er mag wel meer aandacht voor het beroep van hotelconciërge zijn bij de opleidingen.’

Niels Essink nieuwe president Les Clefs d'Or
Conciërgeteam The Grand met Niels Essink in het midden (met voorzittershamer)

Zelf werkt hij al zijn hele werkzame leven bij The Grand. Ooit kwam hij in 1998 binnen als bartender en doorliep een aantal afdelingen tot hij werd gevraagd als hoofdconciërge. ‘Dit is binnen de hotellerie het mooiste vak.’

Ook op meer persoonlijk vlak heeft ras-Amsterdammer Essink een nauwe band met het hotel. ‘Vroeger zat hier het gemeentehuis. Zowel mijn grootouders als mijn ouders zijn hier getrouwd. Ik leerde hier 15 jaar geleden mijn vrouw kennen en inmiddels is er geen plek waar mijn 10-jarige dochter liever is dan dit hotel.'

Volière met vlinders op de kamer

Natuurlijk gaan de meeste vragen en verzoeken die conciërges krijgen over tafeltjes in (volgeboekte) restaurants, tickets voor uitverkochte theatervoorstellingen of het openen van een winkel na sluitingstijd. Maar zo af en toe zit er een verzoek bij wat net wat bijzonderder is. En daar wil Essink wel een paar voorbeelden van geven.

‘Ik moest eens voor twee dagen een volière met vlinders op een kamer plaatsen. Los van de vraag hoe ik aan vlinders kon komen, heb ik me ook verdiept in hoe vlinders verzorgd moeten worden en daar een expert bijgehaald. Ook ben ik eens naar Engeland gevlogen om daar voor een gast een hondje te kopen. Dat moest van een specifieke stamboom zijn. Daar komt dan veel papierwerk bij kijken met inklaren.’

Envelop bezorgen op de skipiste

Maar het verzoek wat hem het meest is bijgebleven is een op het oog eenvoudige koeriersklus. ‘Een dame kwam op vrijdagmiddag bij ons met een envelop en vroeg of we die vóór zaterdag 12.00 uur konden bezorgen in een chalet op de skispiste van Verbier, Zwitserland. Ik heb een collega de volgende ochtend op een vliegtuig naar Zürich gezet, waarna hij met een huurauto naar Verbier reed en om 11.30 die envelop overhandigde. Zegt de ontvanger: dankjewel en tot maandag. Wat bleek: die man checkte op maandag in ons hotel in Amsterdam in. Dus ik vroeg hem of alles in orde was gekomen met de envelop. Zegt die man: dat weet ik niet, ik heb nog geen tijd gehad hem open te maken maar het zal wel goed zijn.’

En dan is het niet aan Essink en zijn team om het hoofd te schudden bij zoveel onzinnigheid. ‘Misschien zat er wel een contract in wat voor een bepaald moment getekend moest zijn. Als we een verzoek krijgen van gasten vragen we nooit waarom. We vragen alleen aan onszelf: hoe kunnen we dat regelen? Vervolgens doen we een kort onderzoek naar de kosten en de termijn waarop het verzoek kan worden ingewilligd. Als de gast daarmee akkoord gaat, doen we het.’