Geen hoog btw-tarief op overnachtingen, Kamer verwerpt motie

Geen hoog btw-tarief op overnachtingen, Kamer verwerpt motie

De motie van onder meer Kamerlid Pieter Omtzigt om het verlaagde btw-tarief op logies te laten vervallen, heeft het niet gehaald in de Tweede Kamer. Als de motie zou zijn aangenomen, zou per 1 juli 2024 voor logies het hoge btw-tarief van 21 procent gaan gelden, waar het nu 9 procent is. Maar dit is nu van tafel.

Als het aan Kamerlid Pieter Omtzigt (NSC) en medeondertekenaars van ChristenUnie, SP en SGP had gelegen, zou per 1 juli 2024 de btw uit logies omhooggaan van 9 procent nu naar 21 procent. De Tweede Kamer heeft de motie die zij hiertoe hadden ingediend echter verworpen. Daarmee is een hoog btw-tarief op logies van de baan. 

In de wet op de omzetbelasting uit 1968 staat dat omzet uit logies onder het verlaagde btw-tarief van 9 procent valt. Met een motie tot wetswijziging wilde Omtzigt en zijn medeondertekenaars die verlaging laten vervallen. Als die motie zou zijn aangenomen, zou logies onder het reguliere tarief van 21 procent vallen. 

Volgens de motie zou een hoog btw-tarief op logies de schatkist in 2024 al €700 miljoen opleveren en in de jaren daarna €1,2 miljard per jaar. Dat geld wilden de kamerleden aanwenden om de energiebelasting juist te verlagen en zo een lastenverlichting te realiseren. 

Naïef en onwetend 

Vanuit de markt werd met ongeloof gereageerd op het voorstel van Omtzigt. ‘Het is naïef en onwetend om te denken dat hotelgasten het zomaar accepteren dat hun kamer 12 procent duurder wordt, zonder dat dit effect heeft op de vraag en omzet voor hotels', zei Erwin van der Graaff, vice president operations bij Accor. ‘In werkelijkheid zullen hotels het grootste deel van deze BTW-verhoging moeten absorberen of worden geconfronteerd met afnemende bezettingsgraden van hun hotels.’ 

Ook noemt hij het gevaarlijk om zomaar te spelen met een industrie als de hotellerie. ‘De hotellerie is geen onuitputtelijke bron. Op een gegeven moment wordt het te zwaar getroffen en zal het niet meer herstellen. De horeca biedt in Nederland werk aan 570.000 mensen, waarvan 22 procent in hotels. Horeca is de 8e grootste sector is in onze economie.’ 

KHN 

KHN liet eerder al weten verbolgen te zijn over de motie en rekende voor dat het gevolg zou zijn dat de kamerprijzen in Nederland met zo'n 12 procent zouden stijgen. ‘De vraag zou hierdoor sterk afnemen en mogelijk leiden tot faillissementen en verminderde werkgelegenheid', stelde KHN. ‘Bovendien zou het de concurrentiepositie van Nederland als toeristische bestemming schaden en vastgoedinvesteerders treffen.’ 

De brancheorganisatie heeft naar eigen zeggen de afgelopen tijd gelobbyd om deze motie van tafel te krijgen, en claimt nu het succes daarvan. ‘Het was tot vanmorgen vroeg nog erg spannend. We hebben de afgelopen dagen alles in de strijd gegooid, en met succes. Gelukkig heeft een meerderheid in de Tweede Kamer naar onze oproep geluisterd.’ 

De stemming over deze motie was pas rond 03.00 in de ochtend van 27 oktober, tegen het einde van een marathonsessie, waarbij de Tweede Kamer over tientellen voorstellen en moties moest stemmen op de laatste avond voor het verkiezingsreces. Bekijk hier de uitslag van de stemming over de motie van Omtzigt.

Een andere stemming die de horeca raakt, ging over de voorgenomen accijnsverhoging voor alcoholhoudende dranken in 2024. Deze is door de Tweede Kamer teruggedraaid en zelfs gehalveerd