Een woordvoerster van AB InBev, een van de vier door Koninklijke Horeca Nederland (KHN) gedagvaarde brouwerijen, gaat er vanuit dat de zaak geen grond heeft, zo schrijft BredaVandaag.nl. ‘Daarom zullen we ons verweren tegen de dagvaarding.’
In tegenstelling tot wat KHN beweert, meent AB InBev dat er wel degelijk een gezonde relatie bestaat tussen de brouwer en de ondernemer. De woordvoerster meldt BredaVandaag.nl dat de commerciële relatie van de brouwer met haar horecaklanten is gestoeld op een ‘evenwichtig en wederzijds bevordelijk partnerschap, waarvan beide partijen commercieel voordeel ondervinden, in ruil voor bepaalde investeringen.’
Volgens haar spreekt het voor zich dat AB InBev ‘vandaag alle mededingsregels volledig respecteert’. De brouwer is van mening dat de zaak wel erg ver teruggaat. De woordvoerster wil benadrukken dat dit gaat om een dossier dat dateert van bijna vijftien jaar geleden en de periode 1996-1999 betreft.
KHN meldde vrijdag 1 juni exclusief aan MissetHoreca.nl dat het een dagvaarding had gestuurd naar de vier grootste brouwers van Nederland. De brancheorganisatie wil van de rechter de bevestiging dat Heineken, Grolsch, Bavaria en AB InBev een kartel hebben gevormd, waarna het aan individuele ondernemers is om een schadeclaim te eisen.
