'Overvloed keurmerken remt verduurzaming Nederlandse hotels'

'Overvloed keurmerken remt verduurzaming Nederlandse hotels'
Conscious Hotels

De duurzaamheidstransitie in de hotelsector komt niet snel genoeg op gang, stelt hotelvastgoedadviseur Colliers. Eén van de oplossingen kan zitten in het terugbrengen van het aantal duurzaamheidskeurmerken en tegelijk de duurzaamheid van hotels inzichtelijker maken.

Colliers signaleert in haar rapport Verduurzaming van hotels in Nederland verschillende redenen waarom de duurzaamheidstransitie in de hotelsector achterblijft. Overheidsregels zoals die gelden voor kantoren zijn er niet, terwijl hotels veel energie verbruiken. Eigenaren en exploitanten werken daarnaast vaak los van elkaar op duurzaamheidsgebied. Tot slot kiest de consument nog niet vaak bewust voor een duurzaam hotel. Dat blijkt uit onderzoek van vastgoedadviseur Colliers die veertien hotelpartijen interviewde die samen 119 hotels bezitten of exploiteren.

Geen eenduidig keurmerk

Er is veel onduidelijkheid over de duurzaamheidsprestaties van de hotelsector. Zo is het onbekend hoeveel hotels in Nederland op dit moment een energielabel hebben. Hotelpartijen vinden certificaten zoals Green Key belangrijker. Wereldwijd zijn er ongeveer 200 certificaten, allemaal met eigen criteria. Ook zijn er talloze boekingssites die duurzaamheid op een andere manier inzichtelijk maken.

‘Deze wirwar aan keurmerken maakt het voor hotelondernemers lastig om te bepalen waar ze voor moeten kiezen. Ze hebben behoefte aan één keurmerk voor de hele internationale sector’, zegt hotelexpert Marieke Dessauvagie van Colliers. ‘Dat helpt tegelijkertijd consumenten om een groene keuze te maken. Als hotelgasten bewust kunnen kiezen, zijn ze misschien ook bereid om meer te betalen voor een kamer.’

Gebrek aan samenwerking

Op de vraag wat hen weerhoudt om méér te doen, komt in veel gevallen het gebrek aan samenwerking naar voren. Bij een hotel zijn vrijwel altijd meerdere partijen betrokken: exploitant (vaak huurder) en belegger, maar in veel gevallen ook een hotelketen of -merk. Deze partijen hebben allemaal een eigen visie op duurzaamheid en die zijn niet altijd goed op elkaar afgestemd.

De strategie van hotelbeleggers richt zich vooral op het vastgoed, zoals technische installaties en zonnepanelen. Hotelexploitanten richten zich op de operationele processen. De technische installaties kunnen niet zomaar vervangen worden, terwijl er in de operationele processen zoals de schoonmaak snel winst te behalen valt.

Wie investeert?

Er bestaan ook meningsverschillen over wie verantwoordelijk is voor de investering om het vastgoed te verduurzamen. Een investering van de verhuurder wordt namelijk niet terugverdiend door een hogere huurprijs, bleek uit de interviews. De investering wordt in sommige gevallen gedeeld door beide partijen of de belegger bekostigt het volledig zelf, omdat zij die verantwoordelijkheid voelen als vastgoedeigenaar.

De meeste respondenten gaven aan hier vaak in goed overleg uit te kunnen komen, maar dat de afstemming de verduurzaming vertraagt.

Onduidelijkheid over energielabels

Naast de verschillende visies wordt ook het gebrek aan eenduidige richtlijnen door veel respondenten gezien als obstakel, omdat ze simpelweg niet weten waar ze moeten beginnen. Nederlands vastgoed moet weliswaar een energielabel hebben als het verkocht of verhuurd wordt, maar vergeleken met kantoren of winkels is deze verplichting voor hotels minder effectief. Hotels wisselen minder vaak van eigenaar en de huurcontracten hebben een lange looptijd, vaak tientallen jaren. Veel hotels zijn niet verkocht of verhuurd sinds deze verplichting in 2008 is ingevoerd.

Op dit moment is het onduidelijk hoeveel hotels over een energielabel beschikken. Uit de gesprekken met de hotelexploitanten en -beleggers blijkt dat zeker niet alle hotels een energielabel hebben. Slechts bij zes van de veertien respondenten hebben alle hotels een label. Twee partijen gaven aan dat geen van hun hotels gelabeld is.

De hotelpartijen geven aan meer belang te hechten aan duurzaamheidscertificaten dan het energielabel.

Meer samenwerking nodig

Hoteleigenaren en exploitanten vinden duurzaamheid wel degelijk belangrijk en hebben elk hun eigen focuspunt. Zo kijkt de eigenaar vooral naar het vastgoed en zet in op het terugbrengen van het energieverbruik met ledverlichting, zonnepanelen en bewegingssensoren. Voor een vastgoedeigenaar is bijvoorbeeld een BREEAM-certificaat belangrijk.

Volgens BREAAM NL zijn er momenteel 73 hotels met dit keurmerk. Deze certificaten zijn in Nederland voor hotels vooral gericht op het vastgoed. Het ‘In-Use’ certificaat is nog niet vaak toegekend aan hotels. Deze is bij hotelgasten en -exploitanten minder bekend en sluit niet goed aan op de hotelexploitatie.

Green Key

De exploitant richt zich op de operatie en kiest voor het verlagen van het water- en energieverbruik en het verminderen van afval. Menu’s slimmer inrichten, efficiënt inkopen en (overdadige) buffetten afschaffen, dragen daaraan bij. Hier is een Green Key vaak het leidende keurmerk.

In Nederland heeft ongeveer 8 procent van de hotels dit keurmerk, namelijk 324 van de ongeveer 4049 hotels. Begin 2021 waren dat er nog 359. Daarvan hebben 261 hotels het hoogste niveau: goud.

‘Een duurzaam hotel vraagt om meer dan energiezuinige installaties of het vaker gebruiken van handdoeken. De verschillende focus van eigenaar en exploitant beperken de verdere vergroening', stelt Dessauvagie. ‘Gezamenlijk optrekken is nodig om de verduurzaming te versnellen. Dan gaat het om de route bepalen naar het Parijsakkoord, de afstemming over de noodzakelijke investeringen en bepalen wie welk deel van de rekening oppakt.’

Overheid in actie

Om de klimaatdoelstellingen te halen, kunnen eigenaren en exploitanten meer doen. ‘Sturing vanuit de overheid is daarvoor nodig’, vindt Dessauvagie. ‘Kantoren scoren beter op duurzaamheidsgebied, omdat hier wel regelgeving is. Al kan het ook daar nog wat ambitieuzer. Duidelijke wetgeving met concrete doelen richting 2050 is essentieel om de sector in beweging te krijgen.’

Voor kantoren is vanaf 2023 een energielabel C of beter verplicht, anders dreigt sluiting. Voor de andere gebouwtypen is nog geen soortgelijke wetgeving. Dat geldt ook voor hotels, terwijl de sector snel groeit. In pre-coronajaar 2019 werden 54 miljoen overnachtingen geboekt in Nederland, een groei van 50 procent ten opzichte van 2012.

Dat aantal overnachtingen is vergelijkbaar met 148.000 mensen die een heel jaar in een hotel verblijven. Daarnaast is het aantal hotels de afgelopen jaren flink toegenomen. Volgens het CBS telde Nederland begin dit jaar 4049 hotels met 147.000 kamers. Dat zijn 36.000 kamers meer dan in 2012.

Strategie niet op papier

Uit de interviews wordt duidelijk dat duurzaamheid bij alle partijen een rol speelt. Alle respondenten geven aan dat ze duurzaamheid ‘belangrijk’ of ‘heel belangrijk’ vinden. Dat vertaalt zich echter niet vaak naar concrete duurzaamheidstrategieën.

Van de veertien respondenten hebben vijf partijen een strategie op papier gezet. De andere acht partijen verduurzamen ook, maar zij beschouwen het meer als een natuurlijk proces. Zo worden operationele processen continu onder de loep genomen, zoals de schoonmaak.

Als belangrijkste drijfveren voor verduurzaming noemen de hotelpartijen de toegenomen aandacht vanuit de maatschappij, investeerders en financiers. Banken hechten steeds meer waarde aan duurzame initiatieven en nemen dit mee in hun beoordeling voor het verstrekken van leningen. Intrinsieke motivatie blijkt maar een kleine rol te spelen en werd maar een door een klein deel van de respondenten genoemd.

Bekijk hier het volledige rapport Verduurzaming van hotels in Nederland