Nieuwe bedragen minimumloon per 1 juli 2019

Nieuwe bedragen minimumloon per 1 juli 2019

Met ingang van 1 juli 2019 gaat het wettelijk minimumjeugdloon omhoog. Andere belangrijke wijziging: de leeftijd voor het volwassen minimumloon gaat met ingang van 1 juli 2019 van 22 naar 21 jaar. De basis-eindlonen voor vakkrachten gaan 1 procent omhoog. Misset Horeca zet alles op een rijtje.

De jeugdbedragen die van het wettelijk minimumloon zijn afgeleid, zijn voor 18, 19 en 20-jarigen die werkzaam zijn in de horeca ook flink verhoogd met ingang van 1 juli 2019. Dit is van belang voor de horeca cao-categorieën niet-vakkrachten en leerlingen.

De basis-eindlonen van de cao loontabel voor de vakkrachten in de horeca zijn per 1 juli 2019 met 1,0% verhoogd. Met ingang van 1 januari 2019 zijn deze lonen met 2,1 procent omhoog gegaan. 

Volwassen loon op 21 jaar

De ‘volwassen’ leeftijd voor het toepassen van wettelijke minimumloon wordt per 1 juli 2019 verder verlaagd van 22 naar 21 jaar.  Vanaf zomer 2019 krijgt iemand van 21 jaar dus een volwassen minimumloon.

De leeftijd voor het ‘volwassen’ loon voor de loontabel van de cao horeca voor vakkrachten was en is al 21 jaar. De leeftijd voor het ‘volwassen’ wettelijk minimumloon ging in juli 2017 omlaag van 23 jaar naar 22 jaar. Tegelijkertijd ging het minimumloon voor jongeren van 18 tot en met 21 jaar (minimumjeugdloon) in stappen flink omhoog.

Tip: leerlingen
Heeft u leerlingen in dienst?
De bedragen van het wettelijke minimumloon horeca  (jeugd)loon gelden ook gewoon voor leerlingen. De verlaagde BBL-staffel is in de  huidige cao horeca uitgesloten.

Minimumloon horeca

(Per 1 juli 2019, bruto bedragen)

Het volwassen wettelijk minimumloon geldt vanaf 1 juli 2019 vanaf 21 jaar.

 Horeca percentage per maand per week per dagper uur 
21 jaar en ouder1001.635,60 377,45 75,499,94 
20 jaar80 1.308,50 301,95 60,397,95
19 jaar60 981,35 226,45 45,295,96
18 jaar50 817,80 188,75 37,754,97
17 jaar39.50 646,05 149,10 29,823,93
16 jaar34,50 564,30 130,20 26,043,43
15 jaar30,00 490,70 113,25 22,65 2,99

Hier is gerekend met een gemiddeld 38-urige werkweek. Werk je 40 uur? Dan geldt het zelfde uurloon, maar dan maal 40.

In de horeca zit ruim 10% van de banen op het minimumloon. Dit blijkt uit gegevens van het CBS. Daarnaast blijkt dat het vaker jongere werknemers of juist 65-plussers zijn die het met een minimumloon moeten doen. Mensen zonder Nederlandse nationaliteit zitten doorgaans ook vaker op het minimumloon. Over alle branches heen zit ongeveer 6 procent van werkend Nederland op het minimumloon.

Basislonen voor vakkrachten in de horeca

(Per 1 juli 2019, bruto)

basislonen vakkracht horeca 1 juli 2019
Klik op het beeld voor een vergroting

CAO uurlonen voor vakkrachten in de horeca

(Per 1 juli 2019, bruto)

cao horeca uurlonen per 1 juli 2019
Klik op het beeld voor een vergroting

aftrekposten

Wanneer is iemand vakkracht of niet?

Een vakkracht is een medewerker die vakbekwaam is. Dat wil zeggen dat hij aantoonbaar voldoende ervaring heeft opgedaan in de functie. Daar is in ieder geval sprake van als de medewerker bij de eigen werkgever 1976 ervaringsuren in dezelfde functie heeft opgebouwd. Ervaringsuren worden pas opgebouwd vanaf het moment dat de medewerker 18 jaar oud is. Tot 18 jaar geldt er een schoolplicht voor jongeren.

Elke twee weken vaktips in je brievenbus?
Abonneer je dan nu op Misset Horeca Magazine

Als ondernemer mag je als je een nieuwe medewerker aanneemt met ervaring, dit aantal uren naar beneden bijstellen. In de arbeidsovereenkomst neem je dan het aantal uren op dat iemand nog moet werken voordat deze overgaat naar vakkracht. Het aantal gewerkte uren kun je bijvoorbeeld bijhouden via het roosterprogramma of de loonstroken.

De vakkracht heeft recht op het basisloon van de loonschaal die hoort bij de functiegroep waarin hij is ingedeeld. Als de vakkracht nog geen 21 jaar is (en dus nog niet vak-volwassen is) heeft deze recht op een bij de leeftijd horend percentage van dit basisloon. U vindt dit terug in de loontabellen bij de cao.

Geen vakkracht – minder dan 1976 uur

Op het moment dat uw medewerker nog niet de vereiste ervaring (1976 ervaringsuren) heeft opgedaan is hij ook geen vakkracht. In de arbeidsovereenkomst moet u aangeven hoeveel ervaringsuren nog opgebouwd moeten worden voor de medewerker wel vakkracht is. Vergeet vervolgens niet om bij te houden hoeveel uren de medewerker aan ervaring opbouwt.

De niet-vakkracht heeft geen recht op een loon op basis van de functieschaal van de loontabel, maar ontvangt minimaal het wettelijk minimum (jeugd)loon. Ook heeft deze medewerker geen recht op de feestdagentoeslag.

Of u de medewerker aanmerkt als vakkracht of geen vakkracht, is uitsluitend van belang voor de bepaling van de hoogte van het (minimale) loon dat u de werknemer in die functie moet betalen en of de medewerker recht heeft op feestdagenregeling. Het zijn van vakkracht heeft geen invloed op het soort contract dat u met de medewerker afsluit.

Bron: KHN