Grote belastingschuld bij restaurants en cafés

Grote belastingschuld bij restaurants en cafés

Restaurants en cafés hebben grote belastingschulden, zo blijkt uit cijfers van ABN Amro. De bank heeft data van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en transactiedata van de bank naast elkaar gelegd.

Dat ondernemers zichzelf fors in de schulden hebben gestoken in deze coronacrisis was al bekend. Nu is duidelijk waar de zwaarste schuldenlast ligt.

De belastingschuld van 16 miljard euro die bij ruim 10 procent van de bedrijven tijdens de lockdown is ontstaan, drukt voor specifieke groepen de komende maanden fors op het resultaat. De verschillen tussen de branches en tussen bedrijven als het gaat om bedrijfsomvang zijn groot.

Verschillen er sector

In sommige gevallen, zoals bij restaurants, heeft ruim 43 procent van de bedrijven een belastingschuld uitstaan. Deze is gemiddeld opgelopen tot bijna negen keer de volledige maandelijkse bedrijfswinst van 2019. Zouden zij deze schuld binnen de door de fiscus gestelde 36 maanden terugbetalen, dan kost dat bijna 24 procent van de maandelijkse bedrijfswinst.

Het gaat bij het uitstel vooral om omzetbelasting en personeelskosten, zoals loonheffing, sociale premies en inkomstenbelasting. Het demissionaire kabinet Rutte III neemt naar verwachting deze week een besluit over de toekomst van de noodpakketten en het daarbij behorende belastinguitstel nu de uitstelregeling op 1 juli afloopt.

Duidelijk wordt nu dat 33 procent van de kledingwinkels belastinguitstel heeft aangevraagd, waar dat bij de supermarkten beperkt bleef tot 13 procent.

Top 20 branches met hoogste concentraties van bedrijven met belastingschuld

belastingschuld restaurants

De grootste zorg volgens ABN Amro is dat de belastingschuld van 16 miljard euro bij een beperkte groep zit. De branches die door de overheidsmaatregelen gesloten zijn, springen hier direct uit. Daarnaast is te zien dat de sectoren die aan deze getroffen bedrijven hun producten of diensten leveren ook vaker uitstel hebben aangevraagd.

Zo heeft 100 procent van alle cafés met vijftig of meer werknemers uitstel van belasting aangevraagd. In de uitzendsector, die personeel levert aan een branche als de cafés, heeft bijna 50 procent van de grote bedrijven uitstel aangevraagd.

Belastingdruk

Gevolg is dat de belastingdruk binnen enkele sectoren hoog oploopt. Zodra de schuld binnen de door de overheid gestelde 36 maanden, die ingaat vanaf oktober, moet worden terugbetaald, dan snoept dat een flink deel van de winst voor belasting af.

De belastingschuld loopt niet alleen per sector, maar ook binnen sectoren flink uiteen, zo is op te maken uit de data. Daarbij moet gezegd dat dit het beeld kan vertekenen. Neem de warenhuizen. Van de twintig grote warenhuizen heeft iedereen uitstel aangevraagd. Zij hebben samen gemiddeld 4,6 miljoen euro schuld uitstaan.

De schuld voor de warenhuizen onder de vijftig werknemers is daar met 80.000 euro een fractie van. Wordt alleen gekeken naar het gemiddelde van de totale branche warenhuizen, dan komt de schuld uit op 852.000 euro. Het is de omvang van de warenhuizen die hier het verschil maken.

In euro's uitgestelde belastingen zit de bulk van het uitgestelde bedrag in de sector dan ook bij de grotere bedrijven (zie figuur hieronder), terwijl zij in aantallen minder vaak belastinguitstel hebben aangevraagd dan kleinere bedrijven.

Bulk van het uitstel bij grote bedrijven

Belastingschuld remt ondernemerschap

Een te hoge belastingschuld kan ondernemers in de weg zitten. De laatste financiële crisis leerde ons dat bedrijven met een hoge schuldenlast minder investeerden in de jaren van herstel.

Zodra een onderneming voornamelijk bezig is met het afbetalen van zijn verplichtingen blijft er eenvoudigweg minder ruimte over voor ondernemerschap en groei.

Het meetorsen van een hoge schuldenlast kan de flexibiliteit van de bedrijven in deze sectoren beperken. De mogelijkheden om uit te breiden of te investeren worden beperkt, wat op termijn gevolgen kan hebben voor de werkgelegenheid in deze sectoren die vrij arbeidsintensief zijn.

Ook moeten uitstralingseffecten worden meegenomen. Het feit dat deze sectoren worden geremd sorteert weer effecten in de keten die achter deze bedrijven zit, zoals bijvoorbeeld voor toeleveranciers van cafés.

In de horeca, cultuur, sport en recreatiesector samen stelt een meerderheid het jaar 2020 met verlies te hebben afgesloten. In de horeca alleen gaat het zelfs om 70 procent van het totaal. Zodra deze sectoren volledig opengaan zullen zij naar verwachting nog maanden met extra lasten blijven zitten. Daar bovenop komen dan nog de overige schulden die bedrijven zijn aangegaan om de lockdown door te kunnen komen.

Het is echter niet uit te sluiten dat ook een deel van de ondernemers belastinguitstel uit voorzorg heeft aangevraagd en bij nader inzien meer omzet haalden dan ze aan het begin van de Covid-19 uitbraak hadden verwacht.

Uit de CBS-gegevens blijkt namelijk dat verschillende bedrijven die bij aanvang van de crisis direct hun uitstel hebben aangevraagd en deze inmiddels alweer hebben afgelost. Van de 233.835 bedrijven die aanvankelijk uitstel aanvroegen, hebben inmiddels 34.430 aan hun belastingverplichtingen weer voldaan.

Uitstel uit voorzorg aangevraagd

belastingschuld restaurants
Meer uitstel

Een verlenging van de huidige regeling en daarmee een lagere periode van uitstel, lijkt een oplossing om de ondernemers die kampen met belastingschuld te helpen. Hans Vijlbrief, de staatssecretaris van Financiën en fiscale zaken, maakte eind februari al via de media bekend op zoek te gaan naar een oplossing om de getroffen groep meer tijd te geven. Daar komt hij mogelijk komende week op terug. De datum van 1 oktober, het moment waarop de 36 maanden van terugbetalen in gaan, komt namelijk steeds dichterbij.

Kwijtschelding van de tijdens de coronacrisis opgebouwde belastingschuld wordt in de media ook zo nu en dan genoemd. Tijdens een interview met NPO Radio 1 gaf Vijlbrief aan dat kwijtschelden van de uitgestelde belasting voor hem geen optie is. “Daar zit iets oneerlijks in”, zei hij. Navraag bij enkele klanten van ABN AMRO in de geplaagde sectoren leert dat kwijtschelding ook niet de voorkeur heeft van de ondernemers. Hiermee wordt te veel aan de belastingmoraal getornd, omdat er ook veel bedrijven zijn die wel aan hun belastingverplichtingen hebben voldaan. Soms gebeurde dit met behulp van een lening van een familielid.

Maatwerk

Maatwerk heeft de voorkeur, waarbij de bedrijven die ‘in normale tijden’ overlevingskans hadden meer tijd krijgen, bijvoorbeeld vijf jaar. Of dit uitvoerbaar is, is deel van het onderzoek van Vijlbrief. Ook KHN KHN wil perspectief en compensatie voor horecaondernemers.

Een andere mogelijkheid is om de NOW-regeling voor de subsectoren die erg onder de lockdown hebben geleden ‘met terugwerkende kracht’ iets te verhogen. Dit vanuit de gedachte dat de NOW niet voor iedereen voldoende was om de kosten te dekken. 'Veel ondernemers hebben de loonheffing daarvan niet kunnen betalen', zegt Bert Hendriks, van ABAB Accountants en Adviseurs. 'Als zij daarvoor een oplossing krijgen, dan geeft dat lucht. Anders verwacht ik nog wel meer problemen.' Sommige sectoren hebben daarentegen weer minder goede ervaring met deze subsectorgerichte steun. Zoals in de metaalsector. Daar zijn bedrijven die onder de subsector metaal vallen, maar afzuigapparatuur leveren voor de horeca. Die vallen dan gelijk buiten de boot.

Terugbetaalperiode verlengen

Een derde optie is de terugbetaalperiode verlengen, tot mogelijk tien jaar. Op deze manier zouden de getroffen ondernemers meer ruimte krijgen en na opening ook weer kunnen werken aan perspectief. Bij een verlenging kan de liquiditeit van bedrijven op peil blijven. In een artikel in De Telegraaf wordt gesuggereerd dat dit de oplossing is die bij het kabinet op tafel ligt. Nadeel is dat ondernemers dan in plaats van drie jaar vijf of tien jaar met schulden blijven zitten. Dat kan een oncomfortabel gevoel geven, zo is het gehoor onder ondernemers.

Vrijdag 21 mei neemt het kabinet een beslissing over het terugbetalen van belastingschulden van ondernemers.