Half januari sloot waarnemend burgemeester Jozias van Aartsen de Suzy Wong Lounge. De bar ging toen na vier weken weer open. In april kwam een 21-jarige man uit Aalsmeer met een handgranaat bij de politie. Hij zei dat hij het voorwerp had gevonden op straat voor de cocktailbar tijdens ‘veegwerkzaamheden’. Van Aartsen besloot daarop dat de zaak opnieuw dicht moest, per direct en voor onbepaalde tijd.
Robèr Willemsen, voorzitter van KHN: 'Uiteraard begrijpen we dat de politie na de vondst van een handgranaat of een ander incident onderzoek moet doen. KHN is van mening dat dit onderzoek zo snel mogelijk moet plaatsvinden, zodat binnen afzienbare tijd duidelijk is of een horecabedrijf, zoals in dit geval Suzy Wong, weer open kan. Dat kan soms al binnen een paar weken duidelijk. Als de horecaondernemer niks te verwijten valt, moet het bedrijf gewoon weer open kunnen. Want de impact van een sluiting is enorm groot: een horecabedrijf leidt naast imagoschade ook veel omzetverlies. Een sluiting van maanden kan leiden tot het faillissement van het bedrijf en dus het ontslag van de medewerkers.'
Noodfonds om omzetverlies en imagoschade te compenseren
Rober Willemsen: 'We zijn heel blij dat Suzy Wong weer open mag. Maar nu moet de horecaondernemer, net als Club Blu - het horecabedrijf dat afgelopen week het bericht kreeg dat ze weer open mag - gecompenseerd worden voor de imagoschade en het omzetverlies dat zij in de maanden van sluiting hebben geleden.'
KHN pleit daarom voor een noodfonds van de overheid voor horecaondernemers die geen verwijt kan worden gemaakt, maar desalniettemin langer dan een maand gesloten worden gehouden. Om dit pleidooi kracht bij te zetten, heeft KHN vorige week een brief over dit noodfonds naar de ministers Grapperhaus en Ollongren gestuurd. Rober Willemsen: 'Wij vinden dat de eigenaar van Suzy Wong, net als die van Club Blu, voor een compensatie in aanmerking moet komen vanuit dit fonds.'
Het noodfonds is niet alleen van belang om te voorkomen dat horecabedrijven na een langdurige sluiting door een burgemeester failliet gaan, maar ook om ervoor te zorgen dat kwaadwillenden en criminelen niet langer inspelen op de reactie van burgemeesters. 'Ze weten dat na een ernstig incident het horecabedrijf wordt gesloten. Op die manier kunnen zij een bedrijf kapot maken en concurrentie uitschakelen. Dat kan niet de bedoeling zijn. Sterker nog: dit zorgt eerder voor het tegengestelde effect van wat wordt beoogd. In plaats van het waarborgen van openbare orde en het tegengaan van criminaliteit zien we de afgelopen jaren juist meer incidenten die er op gericht zijn om horecabedrijven kapot te maken.'
